Margaretha Hardenberg Cultuurcentrum
Het ontstaan van de naam Wildervanck

Het ontstaan van de naam Wildervanck

Het ontstaan van de naam Wildervanck

De historicus A. Pathuis heeft in de Groninger Volksalmanakken van 1941 en 1947 duidelijkheid gebracht over Adriaan Geerts Wildervanck. Hij constateert, dat de naam Wildervanck voor 1649 niet aangetroffen wordt, noch als familienaam, noch als plaatsnaam.

Adriaan Geerts wordt in 1630, 1641, 1643, 1644, 1647 en 1648 nooit anders genoemd dan Adriaan Geerts of Adriaan Geerts Paep. In de akte van 16 juni 1647 wordt “… an den Erbn. Adrian Geerts Paep, Grietien Adrians zijn huisvrouw en haren erfgenamen al zodanige Veenen liggende boven Muntendam zoo voele ofte weinich, grodt ofte kleen als het Caspel aldaar eenichsins sall konnen verdedigen …” in altijddurende erfpacht afgestaan.

In de boedelscheiding van de voor 6 april 1647 overleden Fennetien Geerts komen in 1647 de namen van haar kinderen “…Geeryt Geerts, Adriaan Geert, de rato caverende (naar evenredigheid opkomend) voor Griettien, sijn huysvrouwe … ” voor.

Sinds 14 juni 1649 komt de naam Wildervanck voor in de resoluties van de Gedeputeerde Staten en in de Rechterlijke Archieven, doch doet dan meer denken aan een plaatsnaam dan aan een persoonsnaam. Bijzonder belangrijk is de akte van 20 oktober 1649, waarin Adriaen Geerts Paep van Wildervanck optreedt en waarin sprake is van de “… gemeenteveenen des caspels Suidtbroeck en Muntendam, nu de Wildervanck genaemt … “. Een andere akte van 19 juni 1654 vertelt van Adriaan Geerts en zijn vrouw, dat zij “… nu tegenwoordich boven Muntendam op de gemeente –, nu Wildervanckse Veenen woonachtig … ” zijn.

Adriaan Geerts Wildervanck heeft zijn familienaam dus ontleend aan de naam van de “veenen, liggende boven Muntendam “, welke pas in 1649 “Wildervanck ” heetten. Hij verlengde zijn naam Paep tot Paep van Wildervanck of kortweg Paep Wildervanck. Later gaat zijn vrouw Grietien Jansen er toe over haar naam te verfraaien tot Margaretha Hardenberg.

De nakomelingen van Adriaan Geerts Wildervanck voeren sinds 1663 consequent de familienaam Wildervanck. Na een korte periode van twijfel blijft deze familienaam bijna zonder uitzondering als “Wildervanck ” gespeld, terwijl de plaatsnaam de vorm “De Wildervank ” aanneemt.

Het lidwoord doet veronderstellen, dat het hier een al dan niet samengesteld zelfstandig naamwoord betreft. Verwijs en Verdam geven in hun Middelnederlands woordenboek de volgende verklaringen:

  • Wildert of Wilderd = onbebouwde grond; met ruigte begroeid land. Geciteerd wordt o.a. een passage uit een giftbrief, waarin gesproken wordt van “sesse hoeven heyden ende wilderden ” . De aardrijkskundige woordenboeken vermelden plaatsnamen als WilderWilderen en Wildert.
  • Vanc of Vank = het leggen van de hand aan iets; het aanvaarden of het in bezit nemen (van een vast goed). Geciteerd wordt: “ende alsoo haest alst vanck tegens vanck es van erffsaecken, … soo sal die schout partyen dach setten voor sijne vierschaer … “.

De Wildervanck ” wil dus zeggen “de vanc van een wildert “, dat is hier het in bezit nemen van een heide en vervolgens “de in bezit genomen heide “. Dat de letter t is uitgevallen, kan worden geweten aan het gegeven dat de letter t tussen de r en de v niet gemakkelijk is uit te spreken.

Zo blijkt dus, dat de in 1649 aangenomen naam zelfs een verklaring inhoudt van de door Adriaan Geerts verrichte handeling. En het bewijs ervoor dat ook toenmaals dit verband tussen zijn naam en handeling werd gevoeld, is het grafschrift van den vervener, waarin wordt verteld, hoe hij “zijn wilde moer gevangen heeft “, dat wil zeggen hoe hij zijn “gepachte ” wilde (woeste) turf- of veengrond (=heide) in bezit heeft genomen, gepersonifieerd door een “megera ” (een helse furie).